Richteren 20:32

SVToen zeiden de kinderen van Benjamin: Zij zijn voor ons aangezicht geslagen, als te voren; maar de kinderen Israels zeiden: Laat ons vlieden, en hen van de stad aftrekken naar de straten.
WLCוַיֹּֽאמְרוּ֙ בְּנֵ֣י בִנְיָמִ֔ן נִגָּפִ֥ים הֵ֛ם לְפָנֵ֖ינוּ כְּבָרִאשֹׁנָ֑ה וּבְנֵ֧י יִשְׂרָאֵ֣ל אָמְר֗וּ נָנ֙וּסָה֙ וּֽנְתַקְּנֻ֔הוּ מִן־הָעִ֖יר אֶל־הַֽמְסִלֹּֽות׃
Trans.wayyō’mərû bənê ḇinəyāmin nigāfîm hēm ləfānênû kəḇāri’šōnâ ûḇənê yiśərā’ēl ’āmərû nānûsâ ûnəṯaqqənuhû min-hā‘îr ’el-haməsillwōṯ:

Algemeen

Zie ook: Aangezicht, Gelaat

Aantekeningen

Toen zeiden de kinderen van Benjamin: Zij zijn voor ons aangezicht geslagen, als te voren; maar de kinderen Israels zeiden: Laat ons vlieden, en hen van de stad aftrekken naar de straten.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֹּֽאמְרוּ֙

Toen zeiden

בְּנֵ֣י

de kinderen

בִנְיָמִ֔ן

van Benjamin

נִגָּפִ֥ים

geslagen

הֵ֛ם

Zij

לְ

-

פָנֵ֖ינוּ

zijn voor ons aangezicht

כְּ

-

בָ

-

רִאשֹׁנָ֑ה

als te voren

וּ

-

בְנֵ֧י

maar de kinderen

יִשְׂרָאֵ֣ל

Israëls

אָמְר֗וּ

zeiden

נָנ֙וּסָה֙

Laat ons vlieden

וּֽ

-

נְתַקְּנֻ֔הוּ

aftrekken

מִן־

en hen van

הָ

-

עִ֖יר

de stad

אֶל־

naar

הַֽ

-

מְסִלּֽוֹת

de straten


Toen zeiden de kinderen van Benjamin: Zij zijn voor ons aangezicht geslagen, als te voren; maar de kinderen Israëls zeiden: Laat ons vlieden, en hen van de stad aftrekken naar de straten.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!